Pantser van stilstand

De Ravana wonen in de overdekte hallen van Oost Sinter en houden zo de as buiten. Zij beheersen de zwammenboerderijen en het schoonwater. De Garh en Ravji worden buitengesloten en gebruikt voor het vuile werk. Het uitmesten van de Shimephwebben, werken in de fabrieken en werkplaatsen, slepen, vegen en borstelen. Savani’s familie van Garh staat diep in de schulden, waardoor zij en haar zuster uitgeleverd zijn aan hun Ravana werkmeester. Totdat haar jeugdvriend Chander haar kwam bevrijden, tegen haar zin…

 

Deel 3 van De wachter van de gebroken brug

 

Savani verbeet zich in de sterke armen van de man die haar opgevangen had. Heel even vlamde haar Garh temperament op en brandde de verschrikking van het poorthuis weg. Ze werd er woest van gered en opgevangen te worden door kerels die ze helemaal niet kende.

Ze krabde en schopte om zich heen. De man weerde haar woeste uithalen af en drukte haar van zich af. Het voelde vreemd om opeens weer overeind te staan, wankelend op haar benen. Hij had haar niet omlaag, maar juist overeind geduwd. Bloed drupte van haar af, zich vermengend met de fijne as, tot duistere poeltjes.

“Ravana bloed,” gromde iemand uit het publiek.

De gekapte man stapte op Savani af en duwde haar in de richting van de poort.

“Volg ons niet,” zei hij met een diepe stem. Savani rilde. De dreiging in zijn uitspraak was genoeg voor de voorste rijen, maar de Ravana daar achter grepen stenen en sintelslakken. Ze dook weg achter de man, die zijn mantel, strak tussen zijn vuisten gespannen, gebruikte om de gesmeten projectielen af te weren.

“Niet naar binnen!” siste ze. “De wachter zal ons vernietigen!” Zoals hij de Ravana vermalen had. En Chander. Waarom was die idioot haar komen zoeken? En waarom was hij naar het poortgebouw gevlucht?

Savani dook weg voor een brok half gesmolten steen. De man met de kap keek haar kort aan.

“Ik bescherm je graag, meisje. Maar ik ga je niet dwingen. En ik ga nu naar binnen.”

Ook de voorste rangen van Ravana duwden nu naar voren, hun vele armen en handen naar hen grijpend. Messen en stokken verschenen in de klauwen.

“Kerels,” gromde Savani en ze dook onder de werende arm van haar beschermer door. Hij volgde haar direct. Ze greep zijn pols, voelde een hard, schubbig pantser, en trok hem mee. Als ze de verre kant van het poortgebouw konden bereiken hadden ze misschien een kans.

De man bewoog met haar mee, liet zich meetrekken.

“Niet omkijken,” snauwde ze. Hij keek toch om. Ze rukte aan zijn pols en rende harder over de glibberige stenen. Ze voelde de stekelige tentakel meer dan dat ze ze zag in de rossige duisternis.

“Alle goden…”

Grimmige voldoening, mengde zich met de metalige smaak van angst. Hij rende met haar mee.

Achter hen daalde de wachter van de brug van Heldendaden uit zijn nestelplaats aan het plafond van het poortgebouw neer. De gekartelde tentakels en getande scharen drupten van het Ravanabloed.

Het was nog maar een paar manlengten tot de verre poort, waar ze Chander had zien verdwijnen onder de verwoestende klauwen van de wachter. Een enorme knal van tentakel op lichaam klonk achter haar en de man met kap vloog langs haar heen. Hij brak zijn val, rolde en sprong overeind. Direct weerde hij twee dreigende tentakels af, door op de ene te leunen, er overheen te springen en de ander met twee voeten weg te schoppen. Een schaar aan een lange voelhoorn, zo dik als haar middel, dook voor haar op en Savani gilde.

“Stilstaan!” hoorde ze iemand roepen. Ook zonder dat bevel zou ze bevroren blijven staan. De schaar lag om haar hals, maar klapte niet dicht.

Ze keek om zich heen. Haar begeleider was in vol gevecht met vier tentakels en twee klauwen. Hij weerde af, dook opzij, schopte een klauw in de baan van een tentakel en nam toen afstand.

“Als je leven je lief is, sta stil!”

Nu pas herkende ze de stem. “Chander…” fluisterde ze.

 

Pantser van stilstand is het derde hoofdstuk van de verhalenserie De wachter van de gebroken brug. Deel vier: Reflecties van vuur, volgt wellicht later, als er vraag naar is.