As van gevallen vijanden (1)

22-11-2011

Schrijver Martijn Lindeboom is bezig met het schrijven van een nieuwe serie verhalen, bedoeld om tot podcast verwerkt te worden voor zijn iTunes kanaal. As van gevallen vijanden is daar één onderdeel van. Dit miniverhaal wordt vandaag en morgen hier geplaatst als tryout. De miniserie bestaat uit vier delen en heeft als overkoepelende titel: De wachter van de gebroken brug. Dit deel heeft Qu’Mar als hoofdpersoon. In de andere delen komen de Garh-halfbloeden Chander en Sivana en de gevreesde wachter voor.

 

Deel 1

 

Inleiding: Krijgsmeester Qu’Mar Ti-jin bereikt de wereld der Ravana via de paden van de Tuinen van Cyaan. Zijn reis is gebaseerd op het orakelen van de Ziener der Forten. De zoektocht naar de verdwenen Vuurmarck karavaan heeft hem door vele werelden gevoerd en hij is op weg naar de oorsprong van zijn volk. Hij gelooft dat de verdwijning van zijn karavaan te maken heeft met het in nevelen (of zijn het aswolken?) gehulde verleden van zijn volk, de Jinai.


Het regende as. Het was zoals de Ziener van de karavaan der Forten hem had gezegd: volg het pad der scherven en ontdek het vuur van ons verleden.

Qu’Mar trok zijn kap nog wat dieper over zijn gezicht. Zijn mantel en rugzak voelden nu al zwaarder van de knisperende vlokken as. De rode gloed in de verte zette de stad in een vuig schijnsel. Sinter, zo heette de stad. Hij begreep waarom. De Moot was een legende onder de Jinai, een afschrikwekkende lijn, die zich door meerdere werelden sneed. De streep onder het verleden, de afsluiting van … duistere geheimen. Qu’Mar klopte de as van zijn onderarmbeschermers en liep verder over de baan van leisteen plavuizen.

Het grauwe landschap, bobbelig van zwammen met bleke hoeden, die de as op leken te zuigen, werd steeds vaker onderbroken door lage bouwsels van brokken basalt met leistenen daken. Qu’Mar huiverde. Nog een Jinai legende. De Moot zou een vagevuur zijn voor gevallen vijanden en gedode monsters. De zwammen waren de belangrijkste bron van voedsel in deze wereld. Een vurige voedselketen.

De zwammen-boerderijen gingen over in grotere gebouwen en bescheiden doornappel- en tamme beukerboomgaarden, die met tenten van spinrag tegen de as werden beschermd. Uit Shimeph geïmporteerde Lichtspinnen bestierden de gaarden. Hun onpeilbare blikken volgden Qu’Mar, terwijl hij de heerbaan verder volgde, naar een ravage, die ooit de trotse toegang tot Sinter was geweest. Een grimmige grimas trok over zijn gezicht. Volgens de verhalen waren de eerste Jinai karavanen die via de brug der Heldendaden uit Jinaigarh vertrokken waren, dwars door de poorten van Sinter gereden. Zijn eigen voorvaderen van de Vuurmarck karavaan voorop. Eindeloos lang geleden verwoest en nooit meer opgebouwd.

“Van vijand tot as,” mompelde hij, terwijl hij tussen de puinhopen van de Sinterse poort doorliep. “Van trotse poort tot ruïne.” Een onbehagelijke gedachte.

De asregen begon af te zwakken en in de verte ontwaarde hij het doel van zijn reis naar deze wereld: het poortgebouw der Heldendaden. Niemand had hem kunnen verklaren waarom de Jinai hun thuis hadden verlaten en waarom ze hun bruggen achter zich verbrand hadden. De Ziener van de karavaan der Forten had enkel gezegd dat zijn pad diende te beginnen in de as van hun voorvaderen… Hier dus. In Sinter.

 

Lees hier het tweede deel van dit miniverhaal. Mogelijk dat ook de andere drie delen van deze serie hier gaan verschijnen … Houd de site in de gaten!

Eén reactie op “As van gevallen vijanden (1)”

  1. […] Lees deel 1 hier. Krijgsmeester Qu’Mar Ti-jin is in de wereld der Ravana aangekomen. Door de asregen, opgewaaid […]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.